Iedereen heeft de mond vol van participatie, van zo veel mogelijk zelf (mee)doen. Maar hoe gaat dat nou in de praktijk, hoe begeleid je iemand richting (meer) zelfstandigheid, hoe verloopt dat proces? En hoe zetten mensen zelf stappen in de richting van zelfstandigheid? Twee verhalen:

Geert-Jan woont sinds 1995 beschermd bij RIBW K/AM in Beverwijk. Eerst in een groepswoning, later op een HAT-je. Voor Geert-Jan bleek groepswonen niet goed uit te pakken. Hij houdt van een vaste structuur, van regelmaat, en bij de groepswoning miste hij dat. Toen hij kon verhuizen naar een eigen HAT-je in het gebouw van beschermd wonen-locatie Laan der Nederlanden, bleek dat de juiste route. Zijn eigen plek, maar met begeleiders en dagbesteding binnen handbereik. Het ging zelfs zo goed, dat zijn begeleidster ongeveer een jaar geleden begon te kijken hoe Geert-Jan stond tegenover een volgende stap: naar een satellietwoning, even verderop in de buurt. Daar had hij wel oren naar. Inmiddels woont hij er al een tijd.

Geert-Jan kan thuis urenlang in de weer zijn met cd’s en dvd’s. Hij kan ook lekker koken. Geert-Jan: “Ik kook heel vaak, vanavond maak ik sperziebonen met aardappels en kip. En ik heb ook wel eens voor elf man gekookt. Ik ga regelmatig naar de dagbesteding hier vlakbij, daar verzorg ik de planten en zet ik dozen voor kattengras in elkaar. Ik ben blij dat ik nu mijn eigen plek heb.”

Steven woont op een beschermd wonen-locatie voor mensen met autisme. Ook al vond hij het best eng, hij besloot in zijn eentje naar de Week van de Wijkplaats te gaan, die een tijdje terug plaatsvond. Iedereen kon die week gratis meedoen aan allerlei activiteiten in buurthuizen. Steven deed het meteen goed: elke dag ging hij op pad. “Ik vond het best lastig, want er was geen begeleider bij me. Maar ik dacht ‘wat heb ik te verliezen’ en ben toen toch maar gegaan. Ik zou vaker iets in de buurt willen doen, een cursus volgen in het wijkcentrum bijvoorbeeld. We moeten straks toch meer ‘gewoon’ meedoen, dus dan is het wel zo fijn als je in het wijkcentrum al wat mensen hebt leren kennen. Dan is dat een soort springplank naar de rest van de omgeving. Maar misschien is het voor sommige mensen – zeker met autisme - dan toch nodig dat er eerst een begeleider meegaat, die je introduceert, zeg maar. Want we willen graag meedoen, maar hebben daar soms toch wat meer hulp bij nodig.”